Deftige Fransen krijgen koffiehuisverbod

Spotprent Franse adel 1791 BB 010097007557

Een aparte categorie vluchtelingen waren de Franse aristocraten en geestelijken die na 1792 de wijk namen vanwege de Terreur van de revolutionairen. De opvang in Holland was niet altijd even hartelijk: in Rotterdam konden zij lijfstraffen krijgen als zij niet tijdig het koffiehuis zouden verlaten.

 

Vreemdelingen in koffiehuizen

Zo’n duizend edelen, religieuzen en hun personeelsleden uit het revolutionaire Frankrijk belandden vanaf 1792 in Nederland. Daar zochten ze tijdelijk onderdak bij bekenden of in een van de overvolle herbergen, zo valt te lezen in het alleraardigste boek van Gaspar, Op de vlucht voor de guillotine. Herinneringen van émigrés aan hun verblijf in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1793-1795 (Zutphen 2010). Ook in de Rotterdamse koffiehuizen zouden de Fransen neerstrijken. Dit werd echter niet op prijs gesteld door de stadsbestuurders, die in december 1792 een wet uitvaardigden om de vreemdelingenstroom in goede banen te leiden. Als laatste punt kwam de Franse aanwezigheid in koffiehuizen ter sprake. De refugiés schenen daar ‘op een importante wyze, in grooten getale’ binnen te dringen. Daarbij stoorden ze Rotterdamse burgers, ‘aldaar gewoon te komen, om de Nieuwspapieren te leezen, en ook somtyds affaires van Commercie te bespreken’ (Nieuwe Nederlandsche jaerboeken deel 2 (1792) p. 1553).

Smies koffiehuis BB 010097005642.jpg

Waarschuwing

Opdringerige Franse vluchtelingen, al dan niet van deftige huize, dienden na een eerste aanmaning door de koffiehuishouder de zaak te verlaten. Zo niet, dan kon de schout hen in hechtenis nemen en ‘airbitrairlyk, zelfs aan den lyve’ laten straffen. Of het tot veel lijfstraffen is gekomen, vermeldt de historie niet. Rotterdam was niet de enige stad in de Republiek die maatregelen nam om het Franse vreemdelingenverkeer te controleren. In september 1792 hadden de Staten-Generaal al gewaarschuwd voor verdachte vreemdelingen, die de lokale overheden onverwijld moesten uitzetten. Verschillende steden lieten hun Franse nieuwkomers en passanten daarom registreren en controleren.

spotprent Franse mode 1792.jpg

Registratie

Na de Bataafse omwenteling van 1795 was het voor de Franse vluchtelingen de hoogste tijd om verder te reizen. De revolutionairen zochten actief naar émigrés, zoals de markiezin van Falaiseau. Zij beschreef het Amsterdamse bevel aan huiseigenaren en logementhouders om de naam, het beroep en de laatste woonplaats van hun huurders en logees op te geven; op weigering stonden zware straffen. Binnen één dag beschikte de Franse legerleiding hierdoor over een lange lijst met namen. Toch waren niet alle herbergiers genegen hun gasten te verraden. Twee weken na de eerste waarschuwing aan alle logementhouders om hun vreemde gasten aan te geven was er een herhaling van deze keur nodig.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

2 reacties op Deftige Fransen krijgen koffiehuisverbod

  1. Pingback: Merkwaardig (week 35) | www.weyerman.nl

  2. helletocht zegt:

    Dit is op Limburg Geschiedenis Blog herblogden reageerde:
    Prachtig artikel. Een “insight view ” in de toenmalige dagelijkse mores

Plaats een reactie